Hunebedden                 

In Vlaanderen worden hunebedden meestal DOLMEN genoemd. Hunebedden wegen meer dan 20 ton!! Het woord hunebedden komt van het woord Chuin. Chuin betekent in de oude taal reus. Men dacht namelijk vroeger dat er reuzen in hunebedden werden  begraven.

                   Wat zijn hunebedden?

Hunebedden zijn de resten van grafkelders. Hunebedden zijn meer dan 5000 jaar oud. Het boerenvolk dat het noorden van ons land ongeveer 5400 jaar geleden bewoonde, legde daar zijn doden neer. Ze denken dat het een graf was waar meer mensen werden begraven. Het is niet duidelijk wie wel en wie niet voor bijzetting in hunebedden werden gekozen. Archeologe Anna bridly denkt dat mensen dat alleen met een hoge rang dat kregen.

 

De bouwers waren geen Hunen of Hunnen, maar worden het Trechterbekervolk genoemd naar de vorm van het meest voorkomende type aardewerk dat in de hunebedden werd gevonden. Hunebedden behoren tot de oudste overblijfselen van menselijke bewoning in ons land.

Waar kan je hunebedden vinden?

In Nederland zijn zo’n 52 hunebedden. In België zo’n 20.In Drenthe zijn heel veel hunebedden terug gevonden. En in Drenthe licht het grootste hunebed van Nederland.

 Hoe zien hunebedden er uit en waar komen die keien vandaan?

Hunebedden zijn gemaakt van zware keien. Zwerfkeien worden ze genoemd en de zwaarste wegen meer dan 40 ton. Ze zitten in de bodem in heel Noord-Nederland, maar de meeste in Drenthe. Omdat er in Nederland nooit bergen met rotsen zijn geweest, was het lange tijd een raadsel hoe die enorme keien hier terecht zijn gekomen. Tegenwoordig weten we dat. Zo'n 150.000 jaar geleden beleefde de aarde een bijzonder strenge ijstijd. Enorme gletsjers kwamen uit het noordoosten op ons land af en strekten zich langzamerhand  tot aan midden-Nederland uit. Ze sleepten een dikke laag van leem en keien met zich mee. Toen het warmer werd en het ijs smolt bleef deze laag op de Nederlandse bodem achter specialisten konden heel goed zien waar de hunebed stenen vandaan kwamen.  Ze komen uit Zuid-Zweden en Finland. De grootste zwerfkei in Nederland ligt in het plaatsje Rottum, even ten zuidwesten van Heerenveen en weegt ruim 44 ton. Met deze keien gingen de vroegste boeren in Drenthe aan de slag om de indrukwekkende grafkelders te bouwen. Ze selecteerden keien met een platte zijde om een enigszins rechthoekige ruimte te kunnen maken maar waarschijnlijk ook om ze gemakkelijker met behulp van ronde boomstammen, touwen en ossen, maar bovenal mankracht naar de bestemming te kunnen slepen. De grote keien vormen het geraamte van het graf: een dubbele rij van rechtopstaande draagstenen met de platte zijde naar binnen, waarop dekstenen met de platte zijde naar onderen als dak werden geplaatst. Met de plaatsing van twee sluitstenen aan de uiteinden ontstond zo een rechthoekige ruimte, in lengte verschillend van ca. 3,50 tot 20 m. en in de breedte van ca. 1,50 tot 2,50 m. De kelderhoogte bedroeg ca. 1,75 m. zodat men er vrijwel rechtop in kon staan.

Hunebedden zijn meestal naar het oost-west gericht.

Maar het is niet allemaal precies.

 bij het ontwerp de plaats waar de zon opkwam bepalend voor de richting. Aan de zonzijde maakten de bouwers zo veel mogelijk in het midden een toegangspoort bestaande uit twee of vier poortdraagstenen, afgedekt door een poortdeksteen. Bij twee draagstenen spreekt men van een portaalgraf, bij vier van een ganggraf. De ruimten tussen de grote draag- en dekstenen werden met stopstenen opgevuld en de basis aan de buitenzijde met een steenpakking versterkt. Men bedekte het graf met zand en zoden zodat slechts een langwerpige heuvel met de toppen van de dekstenen in het landschap zichtbaar bleef. Soms plaatste men aan de voet van de heuvel een ovale ring van kransstenen. De betekenis hiervan is niet helemaal duidelijk. Misschien om erosie tegen te gaan, maar het kan ook een rituele functie hebben gehad. Vermoedelijk werden de ruimten tussen deze kransstenen ook met keitjes dichtgemetseld. Slechts één hunebed zit nog in z'n heuvel "verpakt

Hoe oud zijn ze en hoe werden ze gebouwd?

De leeftijd is lange tijd een raadsel geweest. Maar met moderne dateringstechnieken konden wetenschappers de ouderdom van de voorwerpen die in de grafkelders werden opgegraven, vaststellen. Dat bleek ouder dan lange tijd werd gedacht: ruim 5000 jaar en dat plaatst de oorsprong van deze monumenten in wat archeologen het Neolithicum of Nieuwe Steentijd noemen. Het markeert de tijd waarin jagende en vissende nomaden zich min of meer permanent als boer in een bepaalde streek gingen vestigen. Het Neolithicum begon in onze streken omstreeks 4400 vóór Christus. De eerste hunebedden verschenen ongeveer 1000 jaar later. Ze werden in een werden anders bezien in een korte periode: tussen 3400 en 3200 jaar v.C. maar bleven nog lange tijd in gebruik. Na 2850 v.C. was de periode van hunebedden was het echt voorbij en daarmee de TRB (Trechterbeker Cultuur). Opvolgende generaties begroeven de doden in grafheuvels, waarvan in Drenthe, maar ook daar buiten, nog honderden te vinden zijn. Trechterbekers maakten plaats, eerst voor de z.g. standvoetbekers en daarna de klokbekers. Het Neolithicum ging vanaf omstreeks 2100 v.C. geleidelijk in de bronstijd over en dat betekende het echte einde van de Steentijd. Over de bouwwijze bestaan alleen maar een stuk van een denkbeeld. Vroeger dacht men dat de hunebedbouwers enorm sterke reuzen (Huygen, vandaar de naam) waren, zoals Obelix die in Bretagne met veel gemak met menhirs zeulde. Frits Bom, de voormalige vakantieman, speculeerde in zijn boek "Het Mysterie van de Hunebedden" over buitenaardse krachten en levitatie-technieken waarover de bouwers zouden beschikken. Dit alles lijkt echter niet zo waarschijnlijk maar nog steeds lijkt het een voor die tijd welhaast onmogelijke prestatie om zulke gigantisch grote en loodzware zwerfkeien bijeen te brengen en op te stapelen. De meest gangbare een stuk van een denkbeeld is dat de keien met de platte zijde door middel van hefbomen op houten rollers of sleden werden gezet en met behulp van touwen, ossen en veel mankracht naar de plaats van bestemming gesleept. Daar werden de draag- en sluitstenen rechtop in vooraf gegraven sleuven geplaatst en vastgezet. Vervolgens bouwde men er een heuvel overheen om langs de glooiingen de dekstenen omhoog te slepen. Proefnemingen hebben de mogelijkheid hiervan aangetoond, maar het blijft een raadsel waarom de hunebedbouwers zulke zware keien wilde dragen! om hun doden een tijdsbestendige rustplaats te geven. Dit moet wel op een sterke voorvaderverering en een rotsvast geloof in het hiernamaals duiden. Niet alle mensen zullen de kennis en kunde in huis hebben gehad om een hunebed te bouwen. Het lijkt dus niet onaannemelijk dat er zich groepen van in dit werk gespecialiseerde kerels hebben gevormd die "op bestelling" en voorzien van het benodigde gereedschap langs de dorpen gingen om die klus uit te voeren.

 Hoeveel hunebedden zijn er en waar zijn ze te vinden? Er bestaan nog 54 hunebedden in ons land, waarvan 52 in Drenthe en 2 in Groningen (één in Noordlaren en één die uit de noord-Groningse klei werd opgegraven en nu in een museum te Delfzijl  is te bezichtigen). Oorspronkelijk zijn er tenminste 88 geweest maar vermoedelijk wel meer dan honderd. Van 34 zijn er sporen gevonden, waarvan drie in Groningen, twee in Overijssel en één in Friesland. De grootste concentratie vinden we echter op de Drentse Hondsrug met Borger en Emmen als opvallende centra. (Zie de Kaart van Drenthe voor de afzonderlijke locaties en de Hunebeddengids voor de beschrijvingen.

Door Fiep & Juna  



Maak een gratis website Webnode