GEREEDSCHAP IN DE STEENTIJD
In iedere groep steentijdmensen bevonden zich goede vaklieden .
Er waren gereedschappen nodig om
mee te slaan of te snijden.
De eerste werktuigen waren heel eenvoudig: vuistbijl van steen. Later kwamen er andere gereedschappen van vuursteen. Een puntige stuk vuursteen
werd gekliefd, waarna scherpe stukken als mes werden gebruikt.
De werktuigen werden steeds verfijnder en handzamer.
Vaklieden maakten schapers, boren, messen, speerpunten en bijlen.
Hiermee gingen ze op jacht.
Met hun stenen messen wilden ze op dieren. Het vlees sneden ze ermee in
stukken.
Van huiden, botten, geweien, hout en mammoetivoren maakten ze nuttige dingen zoals jachtwapens,muziekinstrumenten en sieraden.