De steentijd
De steentijd duurde van 300.000 tot 2.000 jaar voor christus .
In de steentijd liepen er op aarde verschillende dieren rond, waarvan tegenwoordig een aantal uitgestorven zijn zoals de dinosaurus, de holebeer, de mammoet, het reuzenhert, de oeros en de steppenwisten. In Deventer zijn er verschillende dierenresten gevonden. Er zijn bij de bouw van de IJsselbrug voor de snelweg A1 dozen vol met botten van mammoeten gevonden. Daar is ook een 75 miljoen jaar oud bot van een dolfijn gevonden.
De lama
Eerst hielden de mensen in Peru de lama voor zijn vlees en zijn wol.
Later ook voor het vervoer van eten en goederen.
Dieren temmen
Rond dezelfde tijd waarin mensen gewassen gingen verbouwen, begonnen ze ook wilde dieren te temmen.
Wild rund
Dit stier is een oeros oftewel een oerrund. Het oerrund was de voorvader van alle tamme runderen.
Het temmen van deze grote, woeste dieren was veel moeilijker dan het houden van schapen en geiten. Wilde runderen werden waarschijnlijk pas rond 7000 v. Chr. getemd.
Het oerrund stierf in 1627 uit.
Rond 1930 fokte een Duitse bioloog het dier terug uit tamme rassen als Friese loeien en Schotse hooglanders.
Dingo’s en honden
De dingo is een Australische wilde hondensoort. Hij stamt af van tamme honden die ruim 10.000 jaar geleden door Aboriginals werden meegenomen.
De hond was waarschijnlijk het eerste dier dat door de mens gehouden werd.
Wolven werden getemd om te helpen bij de jacht en later als herders- en waakhonden.
In Noord-Amerika werden de honden gebruikt om een hondenslee voort te trekken.
Visgerei
Vishaken van bot, hout, hertengewei, vuursteen of schelp werden aan een sterke vislijn bevestigd. Een gevangen vis werd met een knotsslag uitgeschakeld en daarna in de kano getrokken.
mammoet jagers
jagers joegen in groepen de mammoet . de mammoet was lastig te vangen als ze een mammoet hadden gevangen gebruikten ze echt alles . van één mammoet kon een helen familie maande lang van eten .
het jacht jaar
hier zie je op welke dieren de mensen joegen tussen 33.000 jaar voor Chr. en 10.000 jaar voor Chr.
Er was volop keuze aan diersoorten. De jagers onderschepten de dieren in verschillende tijden van het jaar op hun vaste trekroutes.