De wolharige mammoet(Mammuthus primigenius*)/
De wolharige mammoet* is van de mammoeten de bekendste. Hij leefde ongeveer vanaf 600.000 jaar geleden, in het Pleistoceen*. Hij had een dikke vacht waarvan de haren soms tot aan de grond reikten. De oren waren klein (30 centimeter) en ook bedekt met haren ter bescherming tegen de kou. Van de andere mammoetsoorten was alleen de steppenmammoet dik behaard, de andere soorten leefden in veel warmere gebieden en waren dan ook vrijwel onbehaard, net als de olifanten van nu. Het lijkt er ook op dat de wolharige mammoet een korter leven had, ze werden hooguit 35 jaar. De olifant kan makkelijk 50 jaar worden. Vaak wordt gedacht dat mammoeten heel groot waren, en 'mammoet' is in onze taal een ander woord voor 'gigantisch' geworden, bijvoorbeeld in 'mammoettanker'. Dit is zeker voor de grootste mammoetsoorten, de keizersmammoet en de Amerikaanse mammoet van Noord Amerika, maar de andere mammoeten waren niet groter dan de hedendaagse Indische olifant. Wel hadden ze gigantische slagtanden, bij stieren (mannetjes mammoeten) konden die wel 4 meter lang zijn. De slagtanden van de mammoet is van ivoor* (*wit glanzend spul)gemaakt . De mammoet is de voorouder van de olifant. De mammoet stierf waarschijnlijk vlak na het einde van de laatste ijstijd uit, zo'n 12.000 jaar geleden. Er bestaan sterke verhalen dat bejaging door de mens hier groot mee te maken had of dit inderdaad de oorzaak was . de klimaatsverandering aan het eind van de ijstijd is nog onderwerp van een hevige wetenschappelijke controverse. In de Siberische permafrost zijn nog aanzienlijke aantallen ingevroren mammoeten te vinden die voldoende goed geconserveerd zijn om een heleboel over de dieren te weten te komen, zelfs wat voor kleur haar ze hadden en hoe ze roken (als hedendaagse olifanten). In ons land worden regelmatig resten van de wolharige mammoet gevonden. De meeste botten en kiezen worden van de Noordzeebodem opgevist. De kiezen van de wolharige mammoet zijn opvallend hard. Dat was nodig om het taaie en harde gras dag in, dag uit, te kunnen verwerken. Doordat de onder- en bovenkaakskiezen netjes in elkaar vielen was de vermaling van het voedsel optimaal. Een flink aantal lamellen zorgde voor een relatief groot kauwoppervlak. De grootste mammoetverzameling (7500 botten) ter wereld ligt in het Naturalis-museum in Leiden.
De mammoet stierf waarschijnlijk vlak na het einde van de laatste ijstijd uit, zo'n 12.000 jaar geleden. Er bestaan sterke vermoedens dat bejaging door de mens hier een groot aandeel in had. Of dit inderdaad de oorzaak was of bijvoorbeeld de klimaatsverandering aan het eind van de ijstijd is nog onderwerp van een hevige wetenschappelijke controverse. In de Siberische permafrost zijn nog aanzienlijke aantallen ingevroren mammoeten te vinden die voldoende goed geconserveerd zijn om een heleboel over de dieren te weten te komen, zelfs wat voor kleur haar ze hadden en hoe ze roken (als hedendaagse olifanten).
De wolharige mammoet is een uitgestorven olifantensoort uit de familie mammoeten. Deze soort is bekend van beenderen en bevroren karkassen. Overblijfselen zijn gevonden van Ierland tot in de oostkust van Noord-Amerika.
HET KLIMAAT
In de loop van de duizend jaren werd het klimaat langzaam kouder en dan weer warmer. Dit kwam in meer gebieden voor. In koude periodes of ijstijden zakte de zeespiegel en was er meer land droog. Grote kuddes mammoeten graasden op grasvlaktes. Deze vlaktes noem je een toendra.
VERSCHILLENDE SOORTEN
Er hebben verschillende soorten mammoeten bestaan. Het zijn waarschijnlijk afstammelingen van een gezamenlijke voorouder. Doordat ze verschillende leefwijzen hadden konden ze naast elkaar bestaan.
zuidelijke mammoet (Mammuthus meridionalis) uit zuidelijk Europa;
steppenmammoet (M. trogontherii) uit Europa
wolharige mammoet (M. primigenius) uit noordelijk Europa, Azië en Noord-Amerika;
Sardinische Dwergmammoet, (M. lamarmorae) uit Sardinië (Italië)
keizersmammoet (M. imperator) uit Noord-Amerika;
Amerikaanse mammoet (M. columbi) uit Noord- en Midden-Amerika